cauteriseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: cauteriseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- cau·te·ri·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
cauteriseren |
cauteriseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cauteriseren
- Ik cauteriseer.
- gebiedende wijs van cauteriseren
- Cauteriseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van cauteriseren
- Cauteriseer je?