bureaucratiseer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bu·reau·cra·ti·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bureaucratiseren |
bureaucratiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
- Ik bureaucratiseer.
- gebiedende wijs van bureaucratiseren
- Bureaucratiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bureaucratiseren
- Bureaucratiseer je?