bundelende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bundelende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bun·de·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | bundelen |
bundelende
- verbogen vorm van bundelend, het onvoltooid deelwoord van bundelen
Gangbaarheid
- Het woord 'bundelende' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.