bufferden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- buf·fer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bufferen |
bufferden
- meervoud verleden tijd van bufferen
- Wij bufferden.
- Jullie bufferden.
- Zij bufferden.
- Wij bufferden.
Gangbaarheid
- Het woord bufferden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.