brandis

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
brandir

brandis

  1. eerste en tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van brandir
  2. eerste en tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van brandir
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van brandir
  4. mannelijk meervoud voltooid deelwoord (participe passé) van brandir