bral
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bral
Werkwoord
vervoeging van |
---|
brallen |
bral
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brallen
- Ik bral.
- gebiedende wijs van brallen
- Bral!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van brallen
- Bral je?
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bral/
Woordafbreking
- bral
Werkwoord
bral