Naar inhoud springen

bovenhielden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ven·hiel·den

Werkwoord

vervoeging van
bovenhouden

bovenhielden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bovenhouden
    • ...dat wij bovenhielden. 
    • ...dat jullie bovenhielden. 
    • ...dat zij bovenhielden.