Naar inhoud springen

boulderde

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 17 feb 2019 om 23:30 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *boul·der·de {{-verb-|0}} {{ovt-enk|boulderen}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • boul·der·de
vervoeging van
boulderen

boulderde

  1. enkelvoud verleden tijd van boulderen
    • Ik boulderde. 
    • Jij boulderde. 
    • Hij, zij, het boulderde.