bosquejen

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
bosquejar

bosquejen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bosquejar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van bosquejar