boompaaltje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boompaaltje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boom·paal·tje
Zelfstandig naamwoord
het boompaaltje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord boompaal
Gangbaarheid
- Het woord 'boompaaltje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.