boekhoudt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boek·houdt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
boekhouden |
boekhoudt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
- ... dat jij boekhoudt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
- ... dat hij boekhoudt.