blindstaart

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blind·staart

Werkwoord

vervoeging van
blindstaren

blindstaart

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blindstaren
    • ... dat jij blindstaart. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blindstaren
    • ... dat hij blindstaart.