binnenvluchtende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·vluch·ten·de
Werkwoord
vervoeging van: | binnenvluchten |
binnenvluchtende
- verbogen vorm van binnenvluchtend, het onvoltooid deelwoord van binnenvluchten
vervoeging van: | binnenvluchten |
verbogen vorm: | binnenvluchtendee |
binnenvluchtende