binnenvaar
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenvaar (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bin·nen·vaar
Werkwoord
vervoeging van |
---|
binnenvaren |
binnenvaar
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenvaren
- ... dat ik binnenvaar.
vervoeging van |
---|
binnenvaren |
binnenvaar