binnenspeelt
Uiterlijk
- bin·nen·speelt
vervoeging van |
---|
binnenspelen |
binnenspeelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenspelen
- ... dat jij binnenspeelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenspelen
- ... dat hij binnenspeelt.
- Het woord binnenspeelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.