binnenrennende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bin·nen·ren·nen·de
Werkwoord
vervoeging van: | binnenrennen |
binnenrennende
- verbogen vorm van binnenrennend, het onvoltooid deelwoord van binnenrennen
vervoeging van: | binnenrennen |
verbogen vorm: | binnenrennendee |
binnenrennende