bijverzekerende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·ver·ze·ke·ren·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijverzekeren |
bijverzekerende
- verbogen vorm van bijverzekerend, het onvoltooid deelwoord van bijverzekeren
vervoeging van: | bijverzekeren |
verbogen vorm: | bijverzekerendee |
bijverzekerende