bijverzekerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·ver·ze·ker·de

Werkwoord

vervoeging van: bijverzekeren…
verbogen vorm: bijverzekerdee

bijverzekerde

  1. verbogen vorm van bijverzekerd, voltooid deelwoord van bijverzekeren

Werkwoord

vervoeging van
bijverzekeren

bijverzekerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijverzekeren
    • ... dat ik bijverzekerde. 
    • ... dat jij bijverzekerde. 
    • ... dat hij, zij, het bijverzekerde. 

Gangbaarheid