bijtekenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bijtekenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bij·te·ken·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijtekenen |
bijtekenden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijtekenen
- ...dat wij bijtekenden.
- ...dat jullie bijtekenden.
- ...dat zij bijtekenden.
- ...dat wij bijtekenden.