bijstookt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·stookt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijstoken |
bijstookt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijstoken
- ... dat jij bijstookt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijstoken
- ... dat hij bijstookt.
Gangbaarheid
- Het woord bijstookt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.