bijschoolden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·school·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijscholen |
bijschoolden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijscholen
- ...dat wij bijschoolden.
- ...dat jullie bijschoolden.
- ...dat zij bijschoolden.
- ...dat wij bijschoolden.