bijmengde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·meng·de

Werkwoord

vervoeging van
bijmengen

bijmengde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijmengen
    • ... dat ik bijmengde. 
    • ... dat jij bijmengde. 
    • ... dat hij, zij, het bijmengde. 

Gangbaarheid