bijboekte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·boek·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijboeken |
bijboekte
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van bijboeken
- ... dat ik bijboekte.
- ... dat jij bijboekte.
- ... dat hij, zij, het bijboekte.
- ... dat ik bijboekte.
Gangbaarheid
- Het woord bijboekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.