bijbestellende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·be·stel·len·de
Werkwoord
vervoeging van: | bijbestellen |
bijbestellende
- verbogen vorm van bijbestellend, het onvoltooid deelwoord van bijbestellen
vervoeging van: | bijbestellen |
verbogen vorm: | bijbestellendee |
bijbestellende