bezwendelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bezwendelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·zwen·del·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bezwendelen |
bezwendelde
- enkelvoud verleden tijd van bezwendelen
- Ik bezwendelde.
- Jij bezwendelde.
- Hij, zij, het bezwendelde.
- Ik bezwendelde.
- verbogen vorm van bezwendeld, voltooid deelwoord van bezwendelen