bezoedelden
Uiterlijk
- Geluid: bezoedelden (hulp, bestand)
- be·zoe·del·den
vervoeging van |
---|
bezoedelen |
bezoedelden
- meervoud verleden tijd van bezoedelen
- Wij bezoedelden.
- Jullie bezoedelden.
- Zij bezoedelden.
- Wij bezoedelden.
vervoeging van |
---|
bezoedelen |
bezoedelden