bewierookten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wie·rook·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewieroken |
bewierookten
- meervoud verleden tijd van bewieroken
- Wij bewierookten.
- Jullie bewierookten.
- Zij bewierookten.
- Wij bewierookten.
vervoeging van |
---|
bewieroken |
bewierookten