bevochtten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevochtten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·vocht·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevochten |
bevochtten
- meervoud verleden tijd van bevochten
- Wij bevochtten.
- Jullie bevochtten.
- Zij bevochtten.
- Wij bevochtten.