Naar inhoud springen

besteek

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 12 mei 2017 om 11:48 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *be·steek {{-verb-|0}} {{1ps|besteken}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • be·steek
vervoeging van
besteken

besteek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteken
    • Ik besteek. 
  2. gebiedende wijs van besteken
    • Besteek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van besteken
    • Besteek je?