bemenste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·mens·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bemensen |
bemenste
- enkelvoud verleden tijd van bemensen
- Ik bemenste.
- Jij bemenste.
- Hij, zij, het bemenste.
- Ik bemenste.
- verbogen vorm van bemenst, voltooid deelwoord van bemensen
Gangbaarheid
- Het woord bemenste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.