belemmerden
- Geluid: belemmerden (hulp, bestand)
- be·lem·mer·den
vervoeging van |
---|
belemmeren |
belemmerden
- meervoud verleden tijd van belemmeren
- Wij belemmerden.
- Jullie belemmerden.
- Zij belemmerden.
- Wij belemmerden.
vervoeging van |
---|
belemmeren |
belemmerden