belangstelde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lang·stel·de

Werkwoord

vervoeging van
belangstellen

belangstelde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van belangstellen
    • ... dat ik belangstelde. 
    • ... dat jij belangstelde. 
    • ... dat hij, zij, het belangstelde.