bekwijl
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·kwijl
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekwijlen |
bekwijl
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekwijlen
- Ik bekwijl.
- gebiedende wijs van bekwijlen
- Bekwijl!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bekwijlen
- Bekwijl je?
Gangbaarheid
- Het woord 'bekwijl' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.