bekladderden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·klad·der·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bekladderen |
bekladderden
- meervoud verleden tijd van bekladderen
- Wij bekladderden.
- Jullie bekladderden.
- Zij bekladderden.
- Wij bekladderden.
Gangbaarheid
- Het woord bekladderden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.