beetkregen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beetkregen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beet·kre·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beetkrijgen |
beetkregen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van beetkrijgen
- ...dat wij beetkregen.
- ...dat jullie beetkregen.
- ...dat zij beetkregen.
- ...dat wij beetkregen.