beatjuggel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beatjuggel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- beat·jug·gel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beatjuggelen |
beatjuggel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
- Ik beatjuggel.
- gebiedende wijs van beatjuggelen
- Beatjuggel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beatjuggelen
- Beatjuggel je?