bauwden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bauw·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bauwen |
bauwden
- meervoud verleden tijd van bauwen
- Wij bauwden.
- Jullie bauwden.
- Zij bauwden.
- Wij bauwden.
Gangbaarheid
- Het woord bauwden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.