banjerde rond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ban·jer·de rond
Werkwoord
vervoeging van |
---|
rondbanjeren |
banjerde rond
- enkelvoud verleden tijd van rondbanjeren
- Ik banjerde rond.
- Jij banjerde rond.
- Hij, zij, het banjerde rond.
- Ik banjerde rond.