bandvinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bandvinkje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- band·vink·je
Zelfstandig naamwoord
het bandvinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bandvink
Gangbaarheid
- Het woord 'bandvinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.