bandstotende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- band·sto·ten·de
Werkwoord
vervoeging van: | bandstoten |
bandstotende
- verbogen vorm van bandstotend, het onvoltooid deelwoord van bandstoten
vervoeging van: | bandstoten |
verbogen vorm: | bandstotendee |
bandstotende