bagatelizoval
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /bagatɛlɪzɔval/
Woordafbreking
- ba·ga·te·li·zo·val
Werkwoord
bagatelizoval
- mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bagatelizovat
- mannelijk derde persoon enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bagatelizovat