bagatelizoval

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bagatɛlɪzɔval/
Woordafbreking
  • ba·ga·te·li·zo·val

Werkwoord

bagatelizoval

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het imperfectieve werkwoord bagatelizovat
  2. mannelijk derde persoon enkelvoud actief deelwoord van het imperfectieve werkwoord bagatelizovat
Typische woordcombinaties