autopette
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·pet·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
autopetten |
autopette
- enkelvoud verleden tijd van autopetten
- Ik autopette.
- Jij autopette.
- Hij, zij, het autopette.
- Ik autopette.
vervoeging van |
---|
autopetten |
autopette