Naar inhoud springen

ausculteer

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 11 feb 2016 om 02:16 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • aus·cul·teer
vervoeging van
ausculteren

ausculteer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren
    • Ik ausculteer. 
  2. gebiedende wijs van ausculteren
    • Ausculteer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ausculteren
    • Ausculteer je?