aubergines
Uiterlijk
- Geluid: aubergines (hulp, bestand)
- au·ber·gi·nes
de aubergines mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord aubergine
- ▸ De vrouw droeg een schoudertas en het was alsof ze thuishoorde in deze tuin, waar alleen de in de verdorde aarde gestoken bamboestengels herinnerden aan de tomaten, aubergines en sla die hier ooit, toen er nog iemand was om ervoor te zorgen, welig moesten hebben getierd.[1]
- ▸ ' 'Dan komen de planten weer op. De tomaten, de paprika's, de courgettes, de aubergines' 'De lekkerste groente van heel Italië. Misschien wel van de wereld,' zegt Hannah.[2]
- Het woord aubergines staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jessie Burton (vert. Marja Borg)“De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff
, ISBN 9789024574704
- ↑ Marion Pauw e.a.“4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340