assigneerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: assigneerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- as·sig·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
assigneren |
assigneerde
- enkelvoud verleden tijd van assigneren
- Ik assigneerde.
- Jij assigneerde.
- Hij, zij, het assigneerde.
- Ik assigneerde.