arraigaban

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
arraigar

arraigaban

  1. derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arraigar
vervoeging van
arraigarse

arraigaban

  1. derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van arraigarse