aquaplane

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aqua·plane

Werkwoord

vervoeging van
aquaplanen

aquaplane

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aquaplanen
    • Ik aquaplane. 
  2. gebiedende wijs van aquaplanen
    • Aquaplane! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aquaplanen
    • Aquaplane je? 

Gangbaarheid