aprender
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Portugees
Woordafbreking
- a·pren·der
Werkwoord
aprender
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·pren·der
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aprender |
aprendía |
aprendido |
volledig |
Werkwoord
aprender
- onovergankelijk leren
- overgankelijk leren, van buiten leren
Synoniemen
- [1] adquirir
Verwijzingen
- aprender in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española