anodiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ano·di·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
anodiseren

anodiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van anodiseren
    • Ik anodiseerde. 
    • Jij anodiseerde. 
    • Hij, zij, het anodiseerde.