animeerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: animeerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ani·meer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
animeren |
animeerden
- meervoud verleden tijd van animeren
- Wij animeerden.
- Jullie animeerden.
- Zij animeerden.
- Wij animeerden.